Samenvatting
De risico-inventarisatie en evaluatie (ri&e) en het plan van aanpak (pva) is verplicht voor iedere organisatie in Nederland. Bij het opstellen van de ri&e gaat het om het in kaart brengen van de risico’s binnen de organisatie en het treffen van maatregelen om de risico’s te beheersen. In de ri&e dient een aantal specifieke onderwerpen aan de orde te komen. Veiligheid en gezondheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dit maakt structureel overleg tussen de werkgever en de OR of personeelsvertegenwoordiging essentieel.
Wettelijke grondslag
De risico-inventarisatie en evaluatie (ri&e) en het plan van aanpak (pva) zijn verplicht voor iedere organisatie in Nederland. Voordat de arbo-maatregelen in het plan van aanpak uitgevoerd worden dient de ri&e en het plan van aanpak getoetst te worden door een deskundige. Deskundigen kunnen zijn: veiligheidskundige, arbeidshygiënist, bedrijfsarts, arbeid en organisatie (a&o) deskundige.
De werkgever en de werknemer dienen samen te werken waar het gaat om risicobeheersing (veiligheid). Om die reden hebben de werkgever en werknemers onderling overleg met elkaar over de wijze waarop een ri&e tot stand komt, de keuze van deskundige ondersteuning daarbij en de wijze waarop risico’s beheerst worden (d.w.z. de beheersmaatregelen). Overleg met werknemers gebeurt via een personeelsvertegenwoordiging (PVT) of een ondernemingsraad (OR). De arbo ri&e en het plan van aanpak moet worden aangepast in geval dat activiteiten, werkomstandigheden , de huidige kennis van de techniek en de stand der wetenschap wijzigt.
Wat is een ri&e en pva?
Een ri&e is een document waarin de risico’s beschreven staan waar een organisatie tijdens de uitvoering van het werk mee te maken heeft. De ri&e bestaat uit een inventarisatie en een evaluatie van risico’s. Bij een ri&e hoort altijd een plan van aanpak (pva). Een plan van aanpak is een document waarin maatregelen staan opgesteld om de risico’s te beheersen (reduceren tot aanvaardbaar niveau). Onderwerpen die in een ri&e aan de orde komen zijn: arbobeleid (arbozorg), PSA (psychosociale arbeidsbelasting), bedrijfsnoodorganisatie, inrichting arbeidsplaatsen, gevaarlijke stoffen en biologische agentia, fysieke belasting, fysische factoren, arbeidsmiddelen en specifieke werkzaamheden, PBM en V&G signalering en werk- en rusttijden. Er zijn diverse methoden (ri&e instrumenten, branche ri&e’s) om een ri&e op te stellen.
Het gebruik maken van een branche ri&e heeft als voordeel dat de inhoud en de aandachtspunten reeds vastliggen. Een nadeel kan echter zijn dat een branche ri&e te weinig bedrijfsspecifiek is en daardoor voor vergelijkbare organisaties niet voldoende toepasbaar (door o.a. het hanteren van andere terminologie, onvoldoende diepgang of op andere wijze niet passend bij de bedrijfsstructuur en/of –cultuur). Daarnaast kan een aanvullende ri&e nodig zijn omdat de branche ri&e de bedrijfsactiviteiten niet voldoende dekt. Een organisatie kan ook zelf een ri&e opstellen (niet gebruikmakend van een branche ri&e). Aan de hand van een goede vragenlijst achterhaalt men de aard van de gevaren en risico’s. Met behulp van Fine en Kinney kunnen risico’s geëvalueerd worden om de mate van het geïnventariseerde risico in te schatten. Gebruik maken van een eigen ri&e instrument heeft echter gevolgen voor de toetsing (zie: hoofdstuk: ‘Hoe werkt het?’).
Waarom een arbo ri&e?
Behalve de wettelijke verplichting biedt een goede ri&e en pva aan organisaties een handvat om risico’s in kaart te brengen en te beheersen. Het bieden van een veilige en gezonde werkplek waar medewerkers op een veilige manier hun werk kunnen uitvoeren is één van de basis verantwoordelijkheden van de werkgever. Een veilige en gezonde werkplek is een werkplek waarvan de risico’s bekend zijn en beheerst worden. Als risico’s niet voldoende bekend zijn kunnen er ook geen passende beheersmaatregelen getroffen worden om de risico’s te beheersen. Redenen om over een goede ri&e en pva te beschikken zijn legio en zowel in het belang van de organisatie als de werknemer. In het onderstaande tabel worden een aantal voorbeelden gegeven.
Werknemer | Organisatie |
---|---|
Welzijn van de werknemers. | Reductie verzuimkosten. |
Voorkomen van arbeidsgerelateerde en (chronische) aandoeningen. | Hooghouden van de naam. |
Voorkomen van letsel en/of schade. | Voorkomen van kosten ten gevolge van schade. |
Veilig thuis komen. | Voorkomen van kosten ten gevolge van procesonderbreking. |
Behoud van baan. | Klachten van opdrachtgevers (a.g.v. het niet naleven van regels). |
Emotionele schade. | Emotionele schade. |
Boete opgelegd door de arbeidsinspectie. | Boete opgelegd door de arbeidsinspectie. |
Tabel 1 Het belang van werknemers en wergekevers bij een goede ri&e
Uiteraard zijn er veel meer voorbeelden denkbaar. In het geval er een ongeval bij een organisatie plaats heeft gevonden wil de arbeidsinspectie graag weten wat een organisatie eraan gedaan heeft om dit te voorkomen. Als organisatie is het belangrijk om aan te kunnen tonen dat men er voldoende aan heeft gedaan om een ongeval te voorkomen. De ri&e vormt hierbij een belangrijke basis.
Waar leidt een ri&e toe?
Met een goede ri&e en pva heeft een organisatie een instrument in handen om veilige en prettige werkomstandigheden te creëren. De organisatie heeft een duidelijk overzicht van aspecten waaraan gewerkt dient te worden. Evaluatie (bijvoorbeeld jaarlijks) van de ri&e en het pva geeft een organisatie duidelijk inzicht in haar arboprestaties. Door de evaluatie te publiceren in een arbojaarverslag kan de directie haar medewerkers inzicht geven in de inspanningen van de organisatie op arbogebied. De afdeling P&O kan op basis van de geïnventariseerde risico’s haar opleidingsplan opstellen. Voor werknemers op operationeel niveau kunnen er concrete instructies opgesteld worden op basis waarvan zij geinstrueerd worden over de voorkomende risico’s en de bijbehorende beheersmaatregelen, instructies en procedures. Op basis van de ri&e kunnen de voor de werkzaamheden te hanteren persoonlijke beschermingsmiddelen vastgesteld worden.
Hoe werkt het?
- De ri&e en het pva wordt opgesteld door een deskundige (preventiemedewerker, veiligheidskundige). Over de keuze van de betrokken deskundige dient de OR geïnformeerd te worden. Ingeval de OR dit wenselijk acht kan zij een deskundige voor een ‘second opinion’ inschakelen.
- Vastgesteld dient te worden of er een branche ri&e gehanteerd kan worden. In geval er geen branche ri&e van toepassing is kan er een organisatiespecifieke vragenlijst opgesteld worden om risico’s te inventariseren.
- Stel de risico’s vast. Zorg voor een zorgvuldige omschrijving van de risico’s.
- Evalueer de risico’s. Ga na welk risico de hoogste prioriteit heeft om aan te pakken. Het grootste risico moet het eerste aangepakt worden.
- Stel maatregelen vast. Maatregelen dienen passend te zijn voor de geïnventariseerde risico’s. Bij het opstellen van de maatregelen dienen de arbeidshygiënische principes gehanteerd te worden. Hierbij geldt dat de risico’s zoveel mogelijk bij de bron bestreden dienen te worden.
- Laat de ri&e en het pva toetsen door een kerndeskundige. Een kerndeskundige kan zijn: een hoger veilgheidskundige, arbeidshygiënist, bedrijfsarts of een A&O deskundige. Informeer de OR over de betrokken deskundige. Voor kleine bedrijven (maximaal 25 medewerkers) geldt de toetsingsverplichting onder bepaalde voorwaarden niet meer (sinds 1 april 2011). Via info@bijladvies kunt u nadere informatie opvragen.
- Informeer de OR over de opgestelde ri&e en het pva. De OR heeft instemmingsrecht over de uit te voeren maatregelen.
- Informeer de OR over de voortgang van de uitvoer van het plan van aanpak.
Keuze van betrokken deskundige. |
|
Keuze wel of geen branche rie. |
|
Stel de risico's vast. |
|
Evalueer de risico's. |
|
Stel maatregelen op in een plan van aanpak. |
|
Laat de ri&e en het pva toetsen. |
|
Informeer de OR over de inhoud van de ri&e en het pva. |
|
Informeer de OR over de voortgang van het pva. |
|
Figuur 1 Processchema voor het opzetten van de ri&e en het pva.
De auteur
Jaap Bijl is veiligheidskundige en arbodeskundige bij BIJL Opleiding en Advies. Hij is ruim 20 jaar actief op het gebied van veiligheid en risicobeheersing. Hij houdt zich bezig met o.a. het schrijven van VCA boeken, het verzorgen van VCA opleidingen, het opstellen van risico inventarisaties en het adviseren bij het opstellen en uitvoeren van het plan van aanpak, het uitvoeren van werkplekinspecties en VCA-assessor.
Bijl Opleiding en Advies is gevestigd te Amsterdam Zuidoost. Kijk op de website van Bijl Opleiding en Advies voor meer informatie over wat wij voor u als organisatie kunnen betekenen: www.bijladvies.eu.